Hoofdpijn

Probleem:

Spanningshoofdpijn in aanvallen of chronisch. Clusterhoofdpijn. Migraine. Steken in het hoofd. Pijn achter de ogen. Aangezichtspijn. Duizeligheid.

Bijna alle oorzaken van hoofdpijn hebben een relatie met de nek en of borstwervels. Er spelen vaak meerdere oorzaken een rol zoals bv. voeding, (alcoholische drank), de cyclusfase bij vrouwen (hormonaal) en andere factoren. Zoals bijvoorbeeld het negatief effect van het eten van drop. Drop en winegums (gummi) hebben een invloed op de cortisol activiteit. Cortisol is een bijnierschorshormoon en heeft invloed op o.a. de bloeddruk. Die op zijn beurt weer invloed heeft op de hoofdpijn. Zoethout thé kan enorme bloeddruk verhoging geven.

OMG benadering:

Het gunstige effect op het corrigeren van de nekwervels zien we dagelijks in de praktijk. Vaak blijken de patiënten voor iets anders te komen en vertellen ze als bijzaak over hun hoofdpijn of migraine. Het succes van de nekbehandeling op alle hoofdpijn klachten is enorm, waarop de patiënten keer op keer zeggen “had ik dit maar eerder gedaan”

De huisarts en hoofdpijn:

De huisarts weet vaak niet wat hij/zij ermee aan moet. De één zegt “spannings” hoofdpijn, het komt door stress (psychologisch), de ander schrijft standaard pijnstillers voor. Indien de hoofdpijn toeneemt stuurt de huisarts je vaak door naar een neuroloog, die ook niet veel met de klacht hoofdpijn kan, behalve als de neuroloog een objectieve diagnostische bevinding heeft gevonden, zoals véél te hoge bloeddruk, meningitis “hersenvliesontsteking”, of tumoren, etc.

Meestal zijn die objectieve criteria er niet en gaat de patiënt naar huis met de opmerking: “Je moet er mee leren leven”.

Beter is het om je door een Orthomanueel arts te laten onderzoeken als second opinion.

Uiteraard zijn er in de medische handboeken voor doktoren allerlei kriteria om mensen met hoofdpijn in te delen en met behulp van die kriteria een bepaalde diagnose mee te geven. Meestal lijdt deze indeling niet tot succesvolle oplossingen.

Voor belangstellende een aantal indelingen. Er zijn er meer.

Spanningshoofdpijn.

Dit is een van de meest voorkomende vorm van hoofdpijn.
Spanningshoofdpijn kent twee belangrijke vormen:
– aanvalsgewijze spanninghoofdpijn
– chronische spanningshoofdpijn.
Bij aanvalsgewijze spanningshoofdpijn komt hoofdpijn af en toe voor; minder dan vijftien dagen per maand, maar nog altijd meer dan tien. De aanvallen duren gemiddeld ongeveer half uur maar er kunnen zich ook aanvallen voordoen waarbij de pijn een paar dagen aanhoudt. Doet de hoofdpijn zich vaker voor, dan spreken we van chronische spanninghoofdpijn.

De algemene kenmerken van spanningshoofdpijn zijn:

De pijn neemt niet toe bij activiteitstoenamen.

Een drukkende en knellende pijn in het hoofd.

De pijn is constant en neemt niet toe gedurende de aanval.

Het voelt alsof er een knellende band om het hoofd zit.

De pijn manifesteert zich aan beide zijden van het hoofd.

Géén misselijkheid of braken.

Géén overgevoeligheid voor geluid of licht.

De diagnose spanningshoofdpijn is moeilijk vast te stellen, de oorzaak is onbekend.

Clusterhoofdpijn

Er zijn twee vormen clusterhoofdpijn: de chronische en de niet chronische vorm. Het is een soort hoofdpijn die zich uitstrekt over een langere periode.
Clusterhoofdpijn komt voor in clusters. Dit wil zeggen dat de pijn gedurende een bepaalde tijd actief is. Deze periode bestaat uit aanvallen die elkaar in een bepaald ritme opvolgen. De tussentijdse perioden is de patiënt vrij van hoofdpijn. De duur van een cluster is zeer uiteenlopend: van acht dagen tot een half jaar. De aanvallen binnen een cluster kunnen verschillen van een kwartier tot drie uur. De heftigheid van de aanvallen kan binnen een cluster oplopen. De aanvallen vinden bij de meeste patiënten op gezette tijden plaats. Dit kan bijvoorbeeld tijdens de slaap zijn.
Het verschil tussen de chronische vorm van clusterhoofdpijn en de niet chronische vorm is dat bij de chronische vorm de clusters elkaar in een sneller tempo opvolgen en dat de tussentijdse periodes worden opgevuld met een zeurende vorm van pijn.

Clusterhoofdpijn gaat vaak gepaard met zg. vegetatieve verschijnselen.

Een steekachtig felle pijn in het hoofd en nekregio.

Een rood en tranend oog.

Neusverstopping.

Ernstige zweetaanvallen van gezicht en hoofd.

Een toenemende druk en opzwelling van het ooglid.

De drang om te bewegen.

De pijn die hiermee gepaard gaat is meestal maar aan één kant van het gezicht duidelijk aanwezig. De pijn kan in de loop van een aanval ook naar de andere zijde van het gezicht uitstralen.

De ware oorzaak voor het ontstaan van deze vorm van hoofdpijn is niet bekend. Uit onderzoek lijkt het dat gevoeligheid voor clusterhoofdpijn erfelijk bepaald is. Er is veel onderzoek gedaan naar de invloed van b.v. medicijnen, eten, stress en nog vele andere mogelijke oorzaken. Maar er is geen oorzakelijk verband gevonden. Het enige wat mogelijk verband houdt zijn alcoholhoudende dranken, vermoeidheid, medicijnen die bloedvatverwijdend werken (antibiotica) en kou of wind. Deze kunnen een aanleiding geven tot een aanval of een bestaande aanval verergeren.

De behandeling is medicamenteus zowel preventief als bij een aanval.